Brutalisme als (sub)stroming in de architectuur is aan een grote opmars bezig. Of het nu gaat om aantallen aficionado’s, groepen op social media of hashtags: de groei van het aantal liefhebbers wereldwijd neemt pandemische vormen aan. Het aantal leden van de fabuleuze Facebookgroep The Brutalism Appreciation Society heeft er in een maand tijd 35.000 leden bij gekregen. De teller staat nu op 115.221.
The Brutalism Appreciation Society is ook echt een hele toffe groep. Er worden dagelijks tientallen berichten gepost door de leden, vooral bestaande uit liefhebbers, maar ook professionals (alsof dat geen liefhebbers kunnen zijn): architecten en architectuurfotografen als Roberto Conte en Stefano Perego van het fotoboek Soviet Asia.
In de groepen voor wildplukkers, vogelaars en paddenstoelen – waarvan ik ook lid ben – is het continu hommeles. Beginnende wildplukkers worden uitgescholden omdat ze zoiets simpels als daslook niet herkennen, een online vogelaar wordt gebasht als hij een lichte buizerd niet herkent, een amateur wordt door pro’s geschandpaald als hij hem onbekende paddenstoelen meeneemt naar huis voor determinatie achteraf. In groepen op social media gedragen mensen zich net zoals in het echte leven. Alleen heb je in het echte leven minder kans om ze tegen te komen.

In The Brutalism Appreciation Society gaat het er soms ook stevig aan toe, maar altijd met een Brits aandoende understatelijke humor. Dit ondanks het feit dat de groep zo internationaal is als maar kan zijn. Men neemt zichzelf hier een stuk minder serieus dan de wildplukkers, vogelaars en fungifielen van social-medialand. Niet voor niets is er een soort parallelle groep, getiteld Not brutalist but worth a look (11.804 leden). Probeer maar eens een variant voor wildplukkers, vogelaars of fungifielen te bedenken. Die zijn er echt niet.
Vaak ontstaan er discussies of een gebouw op een post nou wel echt voldoet aan de brutalistische criteria. Ook de zelfbenoemde experts zijn het niet altijd eens, met mooie discussies tot gevolg. Je beweegt je echt op glad ijs als je iets post. Alhoewel er zoveel gepost wordt, dat de kans dat veel mensen het zien en je post een like-kanon wordt, klein is. Het is handig om je bij een post te beroepen op autoriteiten als The Atlas of Brutalist Architecture of SOS Brutalism. Maar zelfs dan kan het nog mis gaan.
Als iemand een echt meesterlijke bijdrage levert en so called experts de discussie in de kiem willen smoren, lees je wel eens: brutalist AF. En AF staat dan voor as fuck. Dan heb je het echt gemaakt. Wat ik ook nog graag eens wil bereiken, is in de comments de volgende quote bij je foto: ‘My god, what has humanity done to deserve this…’ Voor de ingewijden wil ik nog even de volgende quote delen, met als uitleg dat The Barbican een eighties cultuurcentrum is in Londen dat geldt als de natte droom (of het meisjesequivalent daarvan) van elke brutalist: ‘Are you guys okay? I did not see any pics of the Barbican this week.’

Ik heb wel eens een foto geplaatst van het prachtige hoofdkantoor van de Communistische Partij in Parijs, van de beroemde architect Niemeijer. Een gebouw dat heel veel brutalistische kenmerken heeft, maar nee: geen brutalism maar international style. Toen ik de prachtige Torres Blanca in Madrid plaatste (headerfoto), zou dat gebouw organicistisch wezen in plaats van brutalistisch. It’s a thin line…

Wat ik de laatste tijd heb gemerkt, is dat foto’s van Nederlandse gebouwen het een stuk beter doen dan de usual suspects uit het Oostblok. Kan aan de foto’s liggen, of wat dan ook. De Warmtekrachtkoppelingcentrale uit mijn eigen Utrecht werd, evenals de Sterrentoren, massaal omarmd door de brutalistische gemeenschap. Het zet je wel aan het denken. Dat gereis naar al die exotische Oostblokgebouwen, is dat nou wel nodig? Niet als je afgaat op het aantal likes. Maar stel me alsjeblieft gerust: voor de echte brutalist zijn er toch ook andere criteria?
