Het is opvallend hoeveel moderne publieke gebouwen er zijn neergezet in Brno in het interbellum. Maar wat is daarvoor de verklaring?

Al voor WOI was Brno een belangrijk en modern industrieel centrum binnen Oostenrijk-Hongarije. De meerderheid van de bevolking was nog Duits, de stad heette Brünn. Er waren Tsjechische en Duitstalige universiteiten die elkaar beconcurreerden, wat de kwaliteit ten goede kwam.

Na WOI werd Tsjechoslowakije onafhankelijk. Brünn werd Brno; niet alleen in naam maar ook in de verhouding tussen Duitsers en Tsjechen werd het meer Brno en minder Brünn.

Brno was nu de op Praag na grootste stad van de nieuwe staat, en hoofdstad van de deelstaat Moravië-Silezië. Brno had een strategische centrale ligging tussen Praag en Bratislava in. Tsjechoslowakije stond in die tijd in de top 10 van industrielanden. Het aantal inwoners van Brno groeide snel, en er ontwikkelde zich een omvangrijke middenklasse en intelligentsia. Brno was een rijke en progressieve stad.

Funktionalismus und Bauhaus

Nieuwe overheidsgebouwen, publieke en culturele voorzieningen waren daardoor nodig. Nu Brno los was gekomen uit de neo-klassieke architecturale houdgreep van de Dubbelmonarchie, sloot ze aan bij het Duitse functionalisme en Bauhaus. Niet vreemd voor een stad die in die periode nog half Duits was. Dat zie je ook terug in de namen van de meest toonaangevende functionalistische architecten van Brno, Bohuslav Fuchs and Arnošt Wiesner.

Vorm volgt functie, en poëzie

Zo werd Brno de Europese hoofdstad van de functionalistische architectuur, de vorm die Brno paste als een handschoen. Geen overbodige ornamenten en versieringen, geen jugendstillerisch getrut, maar vorm volgt functie. En zoals het hoofd van de faculteit bouwkunde Vladimír Šlapeta het liever noemt: vorm volgt functie, en poëzie!

Functionalistische architectuur in Brno