Jaren geleden begon ik aan een blog dat nooit verder is gekomen dan de status van concept. Titel: ‘The war on brutalism’. Aanleiding: Trumps Executive Order Promoting Beautiful Federal Civic Architecture die hij een paar weken voor het einde van zijn eerste termijn uitvaardigde. Trumps ‘war on brutalism‘ was kortstondig trending topic. Biden vaardigde kort na zijn aantreden een decreet uit, waarmee Trumps decreet teniet werd gedaan. De war on brutalism was over. Vier jaar dan. Want inmiddels is Trump opnieuw president en hij heeft op 20 januari een nieuw decreet ingediend: Presidential Action Promoting Beautiful Federal Civic Architecture. Ondertussen zet de film The Brutalist – vanaf 6 februari in de bioscopen – het brutalisme juist in de schijnwerpers.

Ik denk dat iedereen zich wel kan voorstellen wat Trump bedoelt met een mooi overheidsgebouw. Een klassiek gebouw dat voldoet aan de Romeinse en Griekse bouwkundige beginselen, met zuilen, timpanen, friezen en meer van dat fraais. De smaak van de dictator. Heb je er geen beeld bij? Google op ‘logo FvD’. Trump en de zijnen vinden dat klassieke architectuur de waarden van de Amerikaanse regering het beste belichaamt. Als getolereerde stromingen worden genoemd: Neoclassical, Georgian, Greek Revival en Art Deco.

Ik denk dat iedereen zich ook wel kan voorstellen – Ik heb het al een beetje verklapt – wat er dan niet mag. Modernistische architectuur en brutalisme worden expliciet genoemd. Als voorbeelden van hoe het niet moet worden de door Marcel Breuer ontworpen Hubert H. Humphrey Federal Building en Robert C. Weaver Federal Building genoemd. Die zouden beide zeker de top 5 van onze BRUUT Atlas van het brutalisme in Nederland hebben gehaald, stonden ze in Nederland. 

In het recente decreet worden brutalisme en modernisme niet expliciet genoemd. Het is nog geen uitgewerkt plan. Stephen Ehikian – Trumps Administrator of the General Services Administration – mag aanbevelingen doen over hoe een mooi overheidsgebouw eruit moet zien. Daartoe gaat hij het respecteren van de regional, traditional, and classical architectural heritage vertalen naar architectonische richtlijnen en eisen voor overheidsgebouwen. Hiermee wordt vast niet Amerikaans erfgoed bedoeld, want dan worden het overheids-wigwams. Of hoe moet je die tegenwoordig noemen?

Een ander doel is de aanpassing van de bestaande Guiding principles for federal architecture, waarin juist expliciet staat: ‘The development of an official style must be avoided. Design must flow from the architectural profession to the Government, and not vice versa.’ Vooraanstaande Amerikaanse architecten uiten hun zorgen over deze overheidsbemoeienis en de beperking in hun ontwerpvrijheid. En by the way: was Trump niet juist tégen overheidsbemoeienis?

Designboom noemt dit van hogerhand opleggen wat je als architect moet bouwen een ‘Albert Speer-esque approach’. In lijn daarmee zou het zomaar kunnen dat brutalisme en modernisme met het decreet in de hoek van de entartete architectuur terechtkomen, net als het Duitse Bauhaus in de jaren dertig. Na pesterijen en intimidatie volgde al snel de sluiting van het Bauhaus. Een talentvolle school van architecten zwermde daarna uit over Engeland en Amerika. Navrant is dat mede daardoor Marcel Breuer en andere Bauhausarchitecten – Mies van der Rohe, Gropius – naar Amerika zijn gevlucht of gemigreerd om daar tot grote brutalistische hoogten te stijgen.

Brutalisme lijkt ondanks de haat die ze oproept juist populairder dan ooit. In anderhalf jaar tijd raakte de complete oplage van onze Atlas van het brutalisme in Nederland uitverkocht. Recent verscheen de Belgische tegenhanger van BRUUT, Brutalism in Belgium. Wat echt een grote klapper kan zijn voor de bekendheid en waardering is The Brutalist. De film – met 10 Oscarnominaties – speelt tegen het decor en de thematiek van het brutalisme. Het verhaal gaat over de (gefingeerde) Hongaars-Joodse architect László Tóth, die is opgeleid aan het Bauhaus, naar Amerika vlucht en zich in zijn moeizame American dream bekeert tot het brutalisme. Hij is net als Breuer een Hongaarse Jood. Tóth krijgt in de film de opdracht voor een monumentaal gemeenschapscentrum, The Institute. Uiteraard ontwerpt hij zijn magnum opus in verfijnde brutalistische stijl.

The Brutalist is vanaf 6 februari te zien in de bioscopen. Op 16 februari ben ik een van de sprekers in Lantaren Venster als introductie op de film onder de noemer Brutalisme voor beginners. Voor de liefhebbers: het is helaas al uitverkocht. Judy Becker was voor de film de production designer die al dit bruuts – inclusief The Institute – vorm mocht geven. In een interview op Archinect.com zegt ze: “I knew about the Bauhaus and was interested in it, but I loved brutalism. I loved brutalist architecture—I had loved it for many, many, many years, well before anyone else loved it.” Met die Judy wil ik wel eens een kop koffie drinken!

Marcel Breuer komt ook ter sprake in het interview. Zijn Whitney Museum in New York is haar favoriete brutalistische gebouw. Hij is minimaal inspiratiebron geweest voor de personageTóth en de vormgeving.

Whitney Museum | New York | Foto: Jim.henderson | Wikipedi
Whitney Museum | New York | Foto: Jim.henderson | Wikipedia

The Brutalist is geen architectuurfilm. Paul Petrunia zegt het heel fraai op Archinect.com in The Brutalist Is a Cinematic Reflection of Brutalism: “This is not a film about architecture—it’s a film of architecture, in its raw emotional force, unapologetic honesty, and unflinching ability to challenge its audience.”

Eén film maakt nog geen zomer. Eén decreet ook niet. Ik ben benieuwd wat er in de praktijk mee gebeurt. Feit is dat we in een tijd leven waarin alles wat afwijkt, wat niet voldoet aan de norm, meer en meer in de verdrukking komt. Brutalistische architectuur met zijn socialistische avantgardistische roots is te woke, te ingewikkeld, te afwijkend. Het is die jongen in de klas die wordt gepest, het gelaten ondergaat maar fier en stoer overeind blijft, niet begrijpend waar die haat vandaan komt, maar zich aanpassen kan hij niet. Rest de vraag: wie is hier nou The Brutalist?

Plaats een reactie