In deze roadtrip (maart 2019) doorkruisten we in een week tijd een groot deel van Albanië. Albanië is een stuk kleiner dan Nederland, maar door alle bergen en het vrijwel ontbreken van snelwegen doe je er lekker lang over. De natuur is adembenemend mooi. Je rijdt door dalen, omzoomd door bepoedersuikerde bergtoppen. Rivieren en zeeën zijn van een soort blauw waarvan je niet wist dat ze bestond. De steden zijn vergeven van historie. En ik heb nog nooit zo’n mooi strand gezien als Gjipe! Alleen zou het fijn zijn als wat minder plekken als dumpplaats voor afval werden gebruikt.
Klik in de balk boven de kaart op het pijltje (links) voor een overzicht van de gebouwen en objecten en de route. Klik op het vierkant rechts om de kaart in een volledig venster te openen.
De wegen zijn best oké, het wegennet verbetert snel. Als je op de reguliere verharde wegen rijdt dan is het allemaal prima te doen met onze gehuurde Fiat Panda 4WD met minimotor. Het blijft wel opletten op de Albanese wegen: een koe, schaap of mens wil nog wel eens, zomaar uit het niets, oversteken. En wees alert op gaten in de weg.
Op rotondes is de enige regel dat er geen regels zijn. Opletten dus! Maar wees niet bevreesd, het lijkt chaos maar er wordt toch best goed opgelet en vriendelijk gereden. Rustig rijden is het devies. Reken op 30 km per uur als gemiddelde snelheid, dan valt het altijd mee! En dan is het ook echt fantastisch om rond te rijden in Albanië.
Dag 1: Vliegveld – Park Lloraga (180 km)
Dürres: het Zandvoort van Albanië
Dürres ligt op een dik half uur rijden van de luchthaven. Ga lekker even koffiedrinken aan de boulevard, loop wat rond en kachel daarna lekker door. Het is niet bepaald een mooie stad. De boulevard is behoorlijk verpest en er zijn honderden mooiere stranden aan de Albanese Rivièra.
Dürres is op Tirana na de grootste stad van Albanië. Een havenstad met een lange geschiedenis. In Dürres staat het grootste amfitheater van de Balkan. Een bezoek kost 300 lek (2,40 euro) en is de moeite waard. Aan het plein staat een oude moskee en een Kulturpalast uit socialistische tijden. Aan de boulevard vind je een tof partizanenmonument. En dat is zeker niet het laatste! Albanië is trots op zijn partizanen, die het land bevrijdden van de Italianen en de Duitsers. In elk dorp, elke stad, langs wegen, overal zie je monumenten.
In een dikke 3 uur rij je van Dürres naar Hotel Restorant Alberti. Ik dacht een hotel aan zee geboekt te hebben. Nee dus, we zaten redelijk hoog in de bergen van Nationaal Park Llogara. Bij de wandeling vanuit het guesthouse kwamen we nog sneeuw tegen. De kustweg van Albanië wijkt soms behoorlijke einden van de kust af vanwege dwarse bergketens. Je hebt er prachtige uitzichten over de Adriatische Zee. De wegen zijn hier prima.
Je kan heerlijk eten bij Alberti, en de eigenaars spreken goed Italiaans (ik niet) en Engels. Prima uitvalsbasis voor mooie wandeltochten door Llogora, maar ik raad je aan bij een roadtrip dichter bij de kust te overnachten.
Dag 2: Park Lloraga – Gjirokaster (166 km)
Het paradijselijke strand van Gjipe
De volgende dag vervolgen we de route en komen al snel bij een clubje bunkers en een uitzichtpunt bij een monument. We volgen de SH8 en nemen de smallere weg een zijdal in, de Gjipe Vallei. Parkeer je auto bij de parkeerplaats. Ga de weg in die niet naar die ene villa in aanbouw loopt. Je komt bij een holderdebolderknotsebegoniaweg. Het is een wonder dat zo nu en dan iemand de uitdaging aandurft om deze weg met doodsverachting en een 4WD af te dalen.
Als je langs de geiten en bunkers, vergezeld van de prachtigste uitzichten, naar beneden bent gewandeld, kom je uit op een ultiem mooi strandje. De Gjipe Canyon mondt uit in een prachtig begroeide baai, omzoomd door rotswanden, met een idyllisch strandje. Er is een klein campinkje voor stilteretraiterende yoga-ers, hippies en avonturiers. Je kunt prachtig wandelen in de diep uitgesleten Gjipe Canyon. Het strand van Gjipe komt dicht in de buurt van mijn idee van de hemel. In maart is er evenwel niks te krijgen; de bar is gesloten en reken niet op een campingwinkel of een ijskraam.
We wandelen weer naar boven. Na een uurtje rijden over de mooie kustweg komen we uit in Himarë. Het is er rustig, veel restaurants zijn gesloten, maar bij het Griekse Taverna Stoli kan je je, met uitzicht op de baai, lekker vol eten aan vers vis, dolma’s en salade.
Baai van Palermo: onderzeeërs en Ali Pasha
Niet ver voorbij Himarë kom je, als je de kustweg SH8 volgt, langs de Baai van Palermo. Aan het begin van de baai staan vervallen gebouwen en als je goed kijkt zie je de ingang van een onderzeeërbunker. Heel bijzonder! Lees meer hierover op Albanië, land van bunkers en tunnels.
Een klein stukje verder zie je op een schiereilandje een van de kastelen van Ali Pasha, de Ottomaanse vizier wiens geboortestad Tepelë we later ook bezoeken. Hij bestierde rond 1800 namens de Ottomanen een groot deel van Albanië en Griekenland. Hij had een harem van 500 mensen, waaronder ook veel jonge jongetjes en werd gevreesd om zijn ongekende wreedheid.
Het Klooster van Sint Joris | Manastiri i Shën Gjergjit
Na weer een stief uurtje rijden kom je langs een verwaarloosd klooster. Het klooster lag waarschijnlijk zo afgelegen dat het niet is afgebroken en geen andere functie heeft gekregen in de periode dat dictator Enver Hoxha van Albanië de eerste atheïstische staat ter wereld maakte.
Als je het klooster binnengaat, zie je dat het nog steeds gebruikt wordt. Er zijn kaarsjes en replica’s van iconen. Het klooster is erg mooi gelegen, met op de achtergrond de besneeuwde bergtoppen aan de overkant van het dal.
Verder rijdend komen we door Mesopotam, een mooi klein stadje en een echte tweestromenland in gehuchtvorm. Verder rijdend zien we helaas de gevolgen van een aanrijding. Akelig, er ligt een boer wiens tractor stilstaand loeit op zijn akker; hijzelf ligt knockout op het asfalt, half onder een auto met daaromheen de inzittenden van twee auto’s die niet echt actie ondernemen en dingen met mobieltjes doen. Ons Albanees is zo slecht dat we van generlei toegevoegde waarde zijn…
Syri i Kaltër: Blauw Oog met vuiltje
We rijden dus maar verder en komen aan bij Syri i Kaltër. Dit Blauwe Oog, is van een onwaarschijnlijke schoonheid. Je rijdt over een strekdammetje en tussen verwaarloosde bakken van een voormalige forellenkwekerij een zijdal in en komt uit op een parkeerplaats. Syri i Kaltër is een natuurmonument: er komt van tientallen meters diep water van een ongekende blauwheid omhooggeborreld.
Syri i Kaltër vormt de bron voor een prachtige rivier in een extreem idyllisch landschap. Zoals zo vaak in Albanië weten de Albanezen ook hier de idylle te verstoren door er een gigantische teringbende van te maken. Rotzooi, instortende terrassen… Een rivier is voor Albanezen een riool en dumpplaats. Een beetje zoals bij vakanties in Frankrijk en Spanje eind jaren zeventig, begin jaren tachtig. En wie dat niet heeft meegemaakt: die konden er ook een treurigstemmende teringzooi van maken.
De stad der stenen: Gjirokaster
Aan het einde van de dag komen we aan in Unesco-stad Gjirokaster, gelegen in een brede vallei. Het is de geboorteplaats van dictator Enver Hoxha en schrijver Ismael Kadare, van het prachtige boek dat zich afspeelt in Gjirokaster: The fall of the stone city.
Het is een indrukwekkend stadje met gigantisch veel geschiedenis. We worden verwelkomd door een brandende auto, waarvan we het blussen nog meemaken. De meneer van Konaku Guesthouse waar we verblijven, denkt aan een foutje onder de motorkap, ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat de auto in de fik is gestoken. Het is een auto met Grieks kenteken, en een ding weet ik zeker: Albanezen hebben het niet zo op hun zuiderburen.
De straten van het oude centrum van Gjrokaster zijn allemaal opgebroken als we er zijn. Er wordt duidelijk werk van gemaakt om Gjirokaster tot een toeristische trekpleister om te vormen.
Nu heeft Gjirokaster ook zeker wat te bieden: een enorm kasteel met heel veel geschiedenis, het geboortehuis van Enver Hoxha, nu etnografisch museum, het antieke Skenduli Huis en verder heel veel nauwe oude straatjes die nooit van een waterpas hebben gehoord. Jammer dat er weer iets wordt gecreëerd wat alleen voor gemiddelde toeristen tof is. Enfin, wel op zijn Albanees, en je moet erg je best doen om er te komen, dus voordat het zo verpest is als de Wallen: daar gaat nog wel een jaar of wat overheen.
Dag 3: Gjirokaster – Permët (74 km)
Tepelenë: trots op hun wrede seksuele veelvraat
De volgende ochtend vertrekken we naar Tepelenë, waar het kasteel van Ali Pasha staat en een standbeeld van deze seksuele veelvraat. Hij is geboren in een dorpje aan de andere kant van de hangbrug. Het kasteel is niet te bezoeken. Of althans: je kunt als je dat heel graag wilt de wenteltrap met zijn 7 overgebleven treden beklimmen, zoals de studenten die we spreken ons aanbevelen, maar dan moet je wel dapperder zijn dan wij, en in ieder geval minder hoogtevrees hebben.
Het stadsdeel dat is omgeven door de muren van het voormalige kasteel, is volledig volgebouwd met woningen. Het is ook wel heel westers om historische plekken te zien als historische plekken, die gewoon moeten blijven zoals ze ‘bedoeld’ waren. Tepelenë is verder redelijk suf en gezapig, maar je hebt er wel een prachtig uitzicht op de rivier. Ook Tepelenë wordt wel Mesopotamië genoemd, aldus onze student uit deze stad.
De weg naar Permët is prachtig. We komen langs partizanenmonumenten, vervallen bruggetjes en briljante uitzichten over de rivier met de moeilijk te duiden en uit te spreken naam Aoös.
Staat daar nou een beeld van Hoxha?
Ook Permët gaat goed mee in de toeristische vaart der volkeren. Het is een uitvalsbasis voor bergwandelaars, mountainbikers, rafters en ander stoer toeristisch bergvolk. Langs de rivier is een LED-verlichte promenade naar de beroemde kei. Ik ken weinig landen als Albanië, waar echt al het afval over de rand van de berg of in de rivier wordt gekeild, maar in LED-verlichting lopen ze voorop.
Op het centrale plein staat een monument ter nagedachtenis aan het Congres van Permët, waar de communistische partizanen, die de nazi’s aan het terugdringen waren, zich bogen over de toekomst. Er werd besloten om de andere twee partizanengroepen en zeker de oude Koning Zog uit te sluiten van de macht.
Hoxha en de zijnen besloten hier in Permët – zonder dat ze dat toen wisten – dat Hoxha tot zijn dood Albanië zou regeren. Eerst positief (uitroeiing analfabetisme, kansen voor vrouwen, industriële ontwikkeling) en later negatief (isolationisme, uithongering en totaal paranoïde beleid). Voor het standbeeld waar we ’s ochtends vanuit ons prima Funky Guest House op uitkijken schijnt overigens Hoxha zelf model te hebben gestaan.
Dag 4: Permët – Korçe (133 km)
Ga voor een goed begin van je reisdag naar de thermale bronnen Llixhat e Benjes. Op een half uur rijden vanaf Permët kan je je laven aan een heerlijk warm bad. Ga vroeg, toen wij er waren (9 uur en maart, geen toeristische hoogtij) was er niemand en dan kan je heerlijk ongestoord badderen in de meest idyllische omgeving die je je kunt wensen. De baden worden al eeuwen gebruikt. Om bij het grootste bad te komen steek je de historische Ottomaanse boogbrug over: de Kadiutbrug. Neem ook even de tijd om het hogerop te zoeken voor een fantastisch uitzicht over het bad, de brug, het dal en de bergtoppen.
De weg naar Korçe is erg mooi. Het schiet niet heel erg op, maar je kunt genieten van mooie uitzichten over rivier en dal, met enge hangbruggetjes, en af en toe een verdwaalde Chinese bulldozer. Neem de weg die langs de Griekse grens gaat (SH65). Die wordt trouwens ook aangegeven als dé weg. Die is net nieuw en daar kan je behoorlijk doorrijden, naar Albanese maatstaven. De oude weg (SH75) schijnt behoorlijk pittig te zijn en werd ons afgeraden door een lokale koffieschenker.
Je komt als je over de SH65 rijdt vlak langs de grens met Griekenland en uiteindelijk via een haarspeld of 56 bij Leskovik, een plaatsje op 5 km van de grens met Griekenland met een prachtig arsenaal aan bunkers.
Een paar kilometer voor het verder niet al te indrukwekkende plaatsje Ersekë kom je langs een van de mooiere gedenkplaatsen voor de partizanen.Aan het rand van het stadje is ook een forse begraafplaats waar partizanen begraven liggen. Blijkbaar is in deze omgeving stevig gevochten om het land uit de klauwen van de Italianen dan wel de Duitsers te bevrijden.
Korçe is een leuke stad. Veel studenten, veel bijzondere gebouwen – van orthodoxe kerken, art nouveau tot brutalistisch – , een Ottomaanse bazaar die weer helemaal in toeristen-ere is hersteld en nog veel meer. Een stad waar je langer kunt verblijven, met veel geschiedenis (Korçe is de bakermat van het Albanees) en veel leuke en zelfs hele hippe tentjes. Villa Elezi is dan een prima uitvalsbasis.
Dag 5: Korçe – Pogradec (40 km)
Het is een kort stukje van Korçe naar Pogradec. Twee uur, en dan doe je echt je best. Pogradec is een knap lelijke stad en als je langs het Meer van Ohrid loopt dan word je lichtelijk treurig van de teringzooi die men er van maakt. Je wil na een week Albanië echt nooit meer plastic gebruiken, geloof me! Het uitzicht op het meer is evenwel prachtig.
Tip voor je trip: Ohrid ja, Pogradec nee
Met de kennis van nu hadden we de roadtrip anders ingedeeld. Dan waren we op dag 1 eerder gestopt, voorbij Vlorë, waren we nog ergens aan de kust blijven hangen, op een van de prachtige stranden voorbij Sarandë, dan naar Gjirokaster in een paar uur, vervolgens naar Permët, ook in een paar uur, dan naar Korçe en van daaruit naar Ohrid in Macedonië, aan de overkant van het Meer van Ohrid. Je moet dan wel je huurauto verzekeren voor buiten Albanië! Je kunt dan via de Macedonische kant van het meer terug rijden naar Albanië en Tirana.
Dag 6: Pogradec – Tirana (138 km)
Albanezen betalen geen tol
De weg in Albanië langs het Meer van Ohrid is prima. Het is bijna een snelweg, ware het niet dat ze niet goed zijn in invoegen: bij elke afrit of oprit gaat de snelheidslimiet naar 40 km. Overigens… kortstondig was een deel van dit traject een tolweg, maar Albanezen houden niet van regels en zeker niet van betalen voor zoiets sufs als een snelweg. De tolhuisjes stonden binnen de kortste keren in de hens en er mag nu weer gratis worden gereden op de voormalige tolweg.
De soortement van ringweg door Tirana naar de luchthaven is niet echt relaxed rijden. De beruchte rotonde op de weg naar Dürres (en het vliegveld dus) moet je niet al te vaak in je leven nemen. We hebben direct de auto teruggebracht naar de verhuurder op het vliegveld. Tirana, ik zou er niet gaan rijden, maar ik heb sowieso geen rijbewijs.
In Tirana zijn de meeste mooie en interessante dingen op loopafstand van het centrum. En als je verder wilt kun je ook prima een stukje met de bus. Over Tirana volgt nog een aparte blog: wandelen in Tirana langs bijzondere gebouwen, mooie parken en indrukwekkende musea. En wat dacht je van een bergtocht vanuit Tirana?
Leestip
The fall of the stone city
Ismail Kadare
➜ 176 pagina’s
➜ December 2013
➜ Uitgever: Canongate Books Ltd
➜ ISBN: 9780857860125
➜ Prijs: €13
➜ ★★★★
Het verhaal speelt zich af in ‘stone city’ Gjirokaster, geboorteplaats van Kadare en ook Enver Hoxha. Duitse troepen vallen in 1943 de stad binnen, maar verdwijnen ook weer snel. De nazi-kolonel en een plaatselijke dokter zijn oude studievrienden. Er wordt een feestmaal georganiseerd, de stad blijft behouden. Maar wat speelde er nou precies? Wat is er echt gebeurd en wat is er later bij verzonnen? En hoe wordt je onder een nieuw regime aangerekend wat je eerder deed: heulen met de vijand, het beste doen voor je stad of de dingen op hun beloop laten? Erg mooi boek, beeldend geschreven en biedt een mooi inkijkje hoe ‘waarheden’ worden gecreëerd. En als je net in Gjirokaster bent geweest, is het extra leuk om het boek te lezen omdat je veel plekken herkent.
Beste Martijn,
Mooi verhaal om te lezen! . Wij willen van Korce naar Leskovik rijden en de SH75 vermijden. Nu schrijf jij dat de SH65 nieuw is en dat je die kunt nemen. Wij kunnen deze echter niet op de kaart vinden en niet op Google Maps. (Alleen een sh65 die van Leskovik naar het zuiden gaat, naar de Griekse grens).
Kan jij ons helpen waar hij precies loopt!
Groeten,
Jan en Marleen
LikeLike
Beste Martijn,
Mooi verhaal om te lezen! . Wij willen van Korce naar Leskovik rijden en de SH75 vermijden. Nu schrijf jij dat de SH65 nieuw is en dat je die kunt nemen. Wij kunnen deze echter niet op de kaart vinden en niet op Google Maps. (Alleen een sh65 die van Leskovik naar het zuiden gaat, naar de Griekse grens).
Kan jij ons helpen waar hij precies loopt!
Groeten,
Jan en Marleen
LikeLike
Ha Jan en Marleen, dank voor de reactie en leuk dat jullie ook in Albanië gaan roadtrippen!
Die SH75 tussen Korce en Leskovik is prima. Ons werd aangeraden om vanaf Leskovik via SH65 en SH80 weer terug te gaan naar SH75 richting Permët. Langs de Griekse grens idd en over een deels nieuwe weg.
Als je nog vragen hebt, laat het weten!
Groet
Martijn
LikeLike