Op de campus van de Technische Universiteit Delft staan – of beter gezegd: stonden – drie ‘Broek en Bakema’s’: de Aula – een wereldwijd vermaard brutalistisch icoon – en de Faculteit Bouwkunde, die in 2008 in vlammen opging. Ook de minder bekende Faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen is van Broek en Bakema. En ook dit gebouw scoort hoog op de brutalismeschaal.
Het gonst op de campus van de introductie-activiteit als ik de campus bezoek. Het is half augustus, de anderhalve-metersamenleving wordt nog strikt nageleefd. Voor het hoofdgebouw picknicken studenten naast een enorme frikandel speciaal. Naast de Aula, een paar honderd meter verderop, bevindt zich het feestterrein.
De Faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen (CiTG) bestaat uit een langgerekt hoofdgebouw van 260 meter breed. Dit is het onderwijsgebouw, waarvan de gevel is bekleed met grintbetonnen balkons met gele glazenwasserbalustrades. Uit de gevel steken twee duwbakachtige constructies die bekleed zijn met platen van prefab corduroybeton en kleine blauwe vensters hebben. Hierin bevinden zich de collegezalen. Aan de zuidzijde is een soortgelijke duwbak in de constructie opgenomen. Aan de achterzijde is het hoofdgebouw via vinvisachtige luchtbruggen verbonden met de laboratoria in de Stevinhallen van architect D. van Rosenburg, die er al waren toen gestart werd met de bouw van CiTG in 1957.

In de oorspronkelijke plannen had het onderwijsgebouw vier verdiepingen, maar door de grote instroom van studenten werd al snel besloten er twee etages aan toe te voegen. De eerste verdieping was bedoeld als centrale hal waar iedereen samen zou komen. In die plannen zou de begane grond open zijn: een zwevend gebouw. Dat is niet gerealiseerd. Wel zijn er onderdoorgangen die de Mekelweg verbinden met het achterliggende terrein met de laboratoria.
Broek en Bakema hebben zich voor dit gebouw helemaal uitgeleefd in bijzondere technieken en constructiemethoden. De balken, kolommen en voorspanelementen zijn duidelijk zichtbaar gelaten, de draagconstructie heeft geen geheimen voor de studenten civiele techniek. Voor projectarchitect Hans Boot en zijn bureau Van den Broek, Bakema was CiTG een maquette op schaal 1:1, waarmee verschillende vaak ingewikkelde constructiemethoden en hun werking konden worden gedemonstreerd.

Op veel plekken zijn decoratieve zwarte noppen aangebracht in de koppen van de balken. Dit zijn de ankers van de strakgespannen staalkabels, die in het voorgespannen beton zijn verwerkt om de trekkracht te weerstaan. Anders buigt het beton door. Hoe strak zo’n kabel gespannen moet worden, hoe dik het beton moet zijn en welke samenstelling het beton moet hebben: dat leer je bij civiele techniek.
Wat is voorgespannen beton?
Voorgespannen beton is een soort gewapend beton, waarin staaldraden onder spanning – uitgerekt, ofwel voorgespannen – in het beton zijn gegoten. Aan weerszijden van het beton zijn de voorspanningskabels verankerd, als een gespannen elastiek dat door zijn trekkracht het beton bij elkaar houdt.

Het hele gebouw is bekleed met schoon zichtbeton en corduroybeton. Inderdaad, die prefab platen met ribbels. Een opvallend stijlkenmerk vormen de kruizen van staal bij de labs, die de verdiepingen bij elkaar lijken te houden. Die zijn ook vast bedoeld om de constructie zo duidelijk mogelijk te laten zien.
Een bekende die werkt in het gebouw van CiTG, wil me er graag nog een keer rondleiden. Een rondleiding is geen overbodige luxe, want verdwalen kan in het gebouw heel goed. Dat was altijd al een probleem. Zo valt in ‘Architectuurarchief Technische Universiteit Delft’ te lezen: “Functioneel is het gebouw te zien als een verzameling van verschillende afdelingen en voor deze afdelingen zijn verschillende ingangen en stijgpunten gemaakt. Nadeel van deze structuur is dat het gebouw iedere oriëntatie mist.”
De noordzijde van het hoofdgebouw is stevig onder handen genomen. De gevel is geheel gestript en er is een nieuwe glazen gevel aan toegevoegd naar ontwerp van Jeanne Dekkers Architecten. Veel lichter in materiaal en gevoel dan de rest van het gebouw. Glas, en meer rechte hoeken in plaatse van rechte lijnen. Ook de benedenverdieping – de plint – en de entree zijn onderhanden genomen. In 2009 maakte Bureau Broek en Bakema hiervoor een ontwerp voor een prijsvraag voor de herontwikkeling, meer dan 50 jaar nadat de eerste steen voor hún CiTG.

Snelle feiten
➜ Projectarchitect: Hans Boot, Van den Broek en Bakema Architecten
➜ Bouw: 1957-1975
➜ Brutality ★★★★

Brutalisme in Nederland
Ook Nederland heeft een lange traditie van brutalistische architectuur: Stadhuis Terneuzen, de Aula van de TU Delft en het kantoor van SC Johnson in Mijdrecht.
➜ Lees meer
Meer lezen en gebruikte bronnen
- Architectuurarchief Technische Universiteit Delft (1994) | Publikatieburo Bouwkunde, TU Delft
- Geotechnologie CITG TU Delft | Aronsohn
- Herontwikkeling plint CITG TU Delft | Broek en Bakema
- Cultuurhistorisch onderzoek TU Delft (2018) | SteenhuisMeurs