De Romeinen kenden al beton, dat bijvoorbeeld werd gebruikt in de koepel van het Pantheon van Rome. De val van het Romeinse Rijk betekende ook het einde van het beton. Pas rond in 1825 werd beton in Engeland ‘herontdekt’. Met latere uitvindingen als gewapend en voorgespannen beton en glijbekisting breidden de toepassingsmogelijkheden sterk uit. Beton werd een van de belangrijkste bouwmaterialen van de twintigste eeuw. Het gebruik bleef niet langer beperkt tot het skelet, maar ook voor het exterieur. Sculpturaal gebruik was mogelijk, brutalistische meesterwerken lagen binnen handbereik. Alleen bestond de term brutalisme nog niet.

1950: geboorte van ny brutalism

In 1950 muntte de Zweed Apslund de term ny brutalism voor Villa Göth (1949-1950) in Uppsala. Ny brutalism paste volgens hem perfect bij het ruwe karakter van de villa. Hij noemde de architecten Bengt Edman en Lennart Holm met lichte spot ‘neobrutalisten’. De architectuur is een uiterst internationaal gebeuren. Apslunds ny brutalism maakte al in de zomer van 1951 de oversteek naar het Verenigd Koninkrijk via een aantal Britse architectenvrienden. Apslund zegt in ‘Moderne architectuur’: ‘Toen ik dezelfde vrienden verleden jaar (in 1955) in Londen bezocht, vertelden ze mij dat ze de uitdrukking mee naar Engeland hadden genomen, waar zij zich als een lopend vuurtje had verspreid, en dat – tamelijk verbazingwekkend – een groep jonge Engelse architecten zich deze benaming had toegeëigend.’

Villa Göth (1949-1950) in Uppsala | (c) Wikipedia, Sebastian F

Een van die jonge Engelse architecten was Alison Smithson (1928-1993). Zij ‘leende’ de term in vertaling – new brutalism – in 1952 als label voor een huis in Soho, Londen, dat zij met haar partner Peter Smithson (1923-2003) ontwierp. De kenmerken die ze daarmee wilde beschrijven waren de duidelijk zichtbare constructieve delen en het onafgewerkte interieur. 

De Smithsons ontwierpen in 1953 de Hunstanton Secondary Modern School in Norfolk, dat een van de belangrijkste voorbeelden werd van brutalisme in het Verenigd Koninkrijk. Later ontwierpen ze vooral sociale woningbouwprojecten waaronder het befaamde Robin Hood Gardens in Londen.

Robin Hood Gardens in Londen | (c) Steve Cadman, Wikipedia

Team 10, new brutalism en structuralisme

In datzelfde jaar (1953) splitste een groep jonge architecten zich onder de naam Team 10 af van het Congrès Internationaux d’Architecture Moderne (CIAM), dat tussen 1928 en 1959 de richting van de architectuur bepaalde. Team 10 vond het CIAM te functionalistisch en te veel gericht op grote projecten. De menselijke maat en de esthetiek kregen te weinig aandacht, wat leidde tot een door functionaliteit ingegeven bouwkundige eenheidsworst waarin de mens vergeten werd. De spreekbuis van deze afvalligen was het tijdschrift Forum. Onder meer Alison en Peter Smithson, Aldo van Eyck, Jaap Bakema en later Herman Hertzberger maakten deel uit van Team 10, waaruit twee nieuwe architectuurstromingen ontstonden: het new brutalism van de Smithsons en het structuralisme van onder meer Van Eyck en Hertzberger. In Nederland sloeg het structuralisme veel meer aan dan de brutalistische stijl, waarin relatief weinig werd gebouwd.  

1952: geboorte van béton brut 

Op 14 oktober 1952 hield Le Corbusier zijn inauguratiespeech voor l’Unité d’Habitation, de door hem ontworpen iconische brutalistische woonflat in Marseille. In die speech muntte hij de term béton brut – voor ruw onafgewerkt beton – dat een belangrijk stijlkenmerk werd voor het brutalisme. Dat het beton van l’Unité ruw en onafgewerkt bleef, was geen vooropgezet plan. Door de combinatie van weinig geld en gebrek aan goede betonwerkers werd het tamelijk slordig gestorte beton naderhand niet netjes afgewerkt of weggewerkt. Le Corbusier gebruikte die prachtige fouten in zijn voordeel, ter meerdere eer en glorie aan bruut beton.

L’Unité is made with the robustness of modern technology and demonstrates the new splendor of brut, unsurfaced concrete

La cellule Le Corbusier 2015
Unité d’Habitation | Marseille | Frankrijk

In die speech zegt hij: ‘The construction of the Marseille Unité will have brought to contemporary architecture the certainty of a possible splendor of reinforced concrete used as a raw material like stone, wood or burnt clay. The experiment is important. It seems to be really possible to consider concentrate as reconstituted stone, worthy of being shown in its raw state. It was agreed that the appearance of cement was sad, that its color was sad. This opinion is wrong as saying that a color is sad in its own right. A color’s value depends on its settings.’ 

Nog een citaat uit zijn toespraak: ‘I will turn it (de ‘fouten’ in de betonverwerking) into something beautiful by contrast, I will find the compensation, I will establish dialogue between roughness and finesse, between the dull and the intense, between the precise and the accidental.’ En de rest is brutalistische geschiedenis.

1955: Banhams New Brutalism

In 1955 verschijnt een essay van architectuurcriticus Reyner Banham in Architectural Review, ‘The new brutalism’. Hiermee kwam het brutalisme in de canon van de moderne architectuur terecht. In Banhams essay versmelten Le Corbusiers béton brut en de gedachte van truth of materials van Ludwig Mies van der Rohe met de interpretatie van New Brutalism van de Smithsons. Ook het Yale Art Centre van Louis Kahn wordt meegenomen om de definitie van New Brutalism fijn te slijpen. 

Banham komt tot de volgende kenmerken van New Brutalism:  

  1. Memorability as an Image.
  2. Clear exhibition of structure.
  3. Valuation of materials for their inherent qualities ‘as found.’

En:

In the last resort what characterises the New Brutalism in architecture as in painting is precisely its brutality, its je-m’en-foutisme, its bloody-mindedness.

Reyner Banham, The New Brutalism

Brutaliteit, het kan met niet schelen wat anderen ervan vinden, bloeddorst: dat zijn kenmerken die Brutalisme dichtbij de Punk brengen.  

Banham had indertijd niet kunnen bevroeden dat de memorability as an Image mede verantwoordelijk is voor de huidige Brutalistische Renaissance: de Instagrammability van brutalistische gebouwen die op social media massaal worden gedeeld en geliket. 

1956-1966: De eerste Corbusiania in Nederland

Thomaskerk | Amsterdam

De invloed van Le Corbusiers meesterproef l’Unité d’Habitation (1952) bereikt ook Nederland. Ben Ingwersen ontwerpt het LTS Patrimonium (1952-1956) en Autopon (1955-1961) in Amsterdam, gebouwen die overduidelijk zijn geïnspireerd op l’Unité.   

Vlak na L’Unité start in 1954 de bouw van Corbu’s Chapelle Notre-Dame du Haut te Ronchamp, Frankrijk. Deze kapel heeft een grote invloed op de kerkenbouw in onder meer Nederland. Karel Sijmons is het sterkst beïnvloed door Le Corbusier, wat te zien is in zijn Adventkerk (1953-1958) in Aerdenhout en de Thomaskerk (1966) in Amsterdam.  

Jaren zestig: groots modernisme

Hans Ibelings noemt de jaren zestig de jaren van het ‘groots modernisme en Forum’. Er wordt zoals dat heet in grote dimensies gebouwd, maar wel met een verfijnde detaillering. Sculpturale vormen en zichtbare draagconstructies komen meer en meer voor, zichtbeton is het materiaal van keuze. 

In die jaren worden in Nederland veel brutalistische gebouwen gerealiseerd. De door de Hongaars-Amerikaanse brutalist Marcel Breuer ontworpen Ambassade van de Verenigde Staten opent in 1959 zijn deuren. Maaskant bouwt met Johnson Wax uit 1966 een uitgesproken massieve betonsculptuur. In dezelfde periode start de bouw van Bouwkunde (1956-1970) en de Aula (1958-1966) van de Technische Universiteit in Delft. Van den Broek en Bakema maken een waarachtig betonfest van deze gebouwen. In 1966 is Wim Quists Waterzuivering Berenplaat klaar met zijn iconische filtergebouw, in datzelfde jaar landt een betonnen vliegende schotel in Eindhoven: het Evoluon. 

1966: New Brutalism wordt Brutalism

Ondertussen schrijft Reyner Banham een vervolg op zijn essay over New Brutalism uit 1955. Hij brengt voorbeelden van brutalistische architectuur van over de hele wereld samen in The New Brutalism: ethic of aesthetic (1966). Hij verklaart hier het Brutalisme zo goed als dood: de nadruk is teveel komen te liggen op de esthetiek, de ethiek – de oorspronkelijke sociale uitgangspunten die pasten bij de welvaartsstaat en het avantgardistische karakter – doen er nauwelijks meer toe. Brutalisme is volgens Banham een label geworden en geen slogan meer. 

‘New’ verdwijnt, alleen ‘Brutalism’ blijft over. Brutalisme staat vanaf dat moment voor gebouwen in zichtbeton. Door alleen naar een stijlkenmerk te kijken, verdween het oorspronkelijke karakter: oppositioneel, weerbarstig, ongemakkelijk, ‘heldhaftig artistiek’.   

In Nederland raakte de term brutalisme als term nooit echt ingeburgerd, hoewel er genoeg betonnen monsters verrezen. Een zoekopdracht op de termen ‘brutalisme’ en ‘brutalistisch’ in de krantendatabase Delpher voor de periode 1950-1990 levert slechts een tiental relevante hits op. De Nederlandse architecten van Team 10 vonden het volgens SOS Brutalism wellicht ongepast om zich een term toe te eigenen die van de Smithsons was. Ook speelde waarschijnlijk de communistische connotatie van Brutalisme een rol: Nederlandse architecten wilden daar liever niet mee worden geassocieerd. Bovendien was in Nederland de invloed van de structuralisten zeker in de woningbouw erg groot. Er blijf zo weinig ruimte over voor brutalistische woningbouw.  

Reyner Banham nam de kerk in Nagele van Jaap Bakema en het Burgerweeshuis op in zijn The New Brutalism: ethic of aesthetic (1966), maar ook dat maakte de term niet gangbaarder. Jaap Bakema noemde zijn werk niet brutalistisch; hij sprak liever over ‘beeldend functionalisme’ of ‘Architecturbanism’. In 1970 zegt architect Willem van Tijen in NRC zich te verzetten tegen de ‘emotionele’ en ‘brutalistische’ manier van bouwen, omdat de persoonlijke expressie daarin te sterk is. Van Tijen ontwierp met de Bergpolderflat in Rotterdam de eerste galerijflat in Nederland.

Gereformeerde Kerk | Bakema | 1958-1960 | Nagele | Nederland

In het werk van Hugh Maaskant zijn brutalistische kenmerken duidelijk aanwezig, aldus Provoost: Het béton brut verscheen in vele projecten en de autonomie en de agressie van de vormgeving werd steeds sterker, met het raadhuis van Hazerswoude en het kantoor van Johnson Wax als hoogtepunten. De sociaal geëngageerde houding die bij de Engelse brutalisten hoorde, was natuurlijk afwezig bij Maaskant.’ Voor Maaskant draait het bij brutalisme dus louter om esthetiek. 

Boekpresentatie Thomaskerk Amsterdam 25 mei 2023 met de kinderen Van Rhijn, Ingwersen en Sijmons

Architect Bertus Mulder (1929) herkende het etiket ‘brutalistisch’ niet in het door hem ontworpen woonhuis in Bunnik, dat is opgenomen in onze atlas van het brutalisme, Bruut. Maar hij vond het geen probleem dat wij er dat label op plakten. Hij zei letterlijk tegen me: ‘Ik heb niets met brutalisme’. Medewerkers van de Lichtenberg in Weert – ook opgenomen in Bruut – vonden hun openluchttheater niet brutalistisch. 

Bij de presentatie van Bruut – Atlas van het brutalisme in Nederland waren ook de kinderen van brute architecten Ben Ingwersen, Karel Sijmons en Sier van Rhijn aanwezig. Zij vonden het zonder uitzondering een eer dat het werk van hun vader in Bruut was opgenomen. En het label brutalisme? Ik heb geen bezwaar gehoord.

Er komt een 2de druk van BRUUT!

Goed nieuws! Er komt een tweede druk van BRUUT – Atlas van het brutalisme in Nederland. 4000 exemplaren gingen in korte tijd over de toonbank, waarna Bruut lange tijd niet verkrijgbaar was. De film the Brutalist zorgde voor extra veel aandacht voor brutalistische architectuur en meer vraag naar BRUUT. Nu ook brute toppers als stadhuis…

Lees Meer

Brutalisme is…

Brutalisme is een stroming in de architectuur die vooral in de jaren ‘50, ‘60 en ‘70 wereldwijd veel navolging had. In brutalisme zit ‘brutal’ en ‘brut’: ruw, rauw, onbewerkt. Brutalisme werd in 1955 voor het eerst genoemd als stroming in de architectuur. Het was een reactie op het Modernisme, dat met zijn strakke lijnen en…

Lees Meer

Beton: een kleine geschiedenis

De geschiedenis van het beton gaat veel verder terug dan het brutalisme. De Romeinen kenden al beton, dat bijvoorbeeld werd gebruikt in de koepel van het Pantheon van Rome. De Romeinen kenden ook de persoon Brutus (Caesar: ‘et tu, Brute’, ‘ook gij, Brutus’), maar tot brutalisme kwam het niet. Met het einde van het Romeinse…

Lees Meer